Sassafras

René de Obaldia

Komische Kamer Western in 3 bedrijven
Regie: Koen D’Haen

zaterdag 10 november 1973 – Vlimmeren
zaterdag 24 november 1973 – Oostmalle
zaterdag 1 december 1973 – Zoersel
zaterdag 8 december 1973 – Brecht
zaterdag 15 december 1973 – Sint Lenaarts
zaterdag 19 januari 1974 - Westmalle

ouwe taaie - ROCKEFELLER, JOHN EMMERCY

Jan Verachtert
zijn vrouw - ROCKEFELLER, CAROLINE Lieve Van Bavel
hun moeder - ROCKEFELLER, PAMELA Lieve Frans
hun zoon - ROCKEFELLER, TOM Julien Symoens
dokter - BUTLER, WILIAM Jef Stoffels
opperhoofd der Apachen - EKSTEROOG Jef Jansen
Sheriff en Cowbow - CARLOS Jos Geens
Schatje-Altijd-Raak - MIRJAM Mieke D’Haen
opperhoofd der Commanchen - LYNXOOG Jef Jansen
Toneelmeester Staf Verbist
Decor en Rekwisieten Stan Mestach
Rik Mestach
François Wijnants
Schilder-behanger Albert Coninx
Geluidsregie Stan Mestach
Techniekers Robin Verbist
Rik Mestach
Frans Wijnants
Luc Scheers

Schmink

Stan Mestach
Ferdi Vandendael

Opgeefster

Lutgart Verheyen
Maria Willems
Uitvoering decor, geluids- en lichtinstallaties Eigen atelier

Is het mogelijk om een WESTERN in een fles te stoppen?

De personages uit dit stuk hoef ik nauwelijks meer voor te stellen: u kent ze allemaal. Avond aan avond stormen ze over miljoenen Tv-schermen en kleuren ze het witte doek van talloze bioscopen. De onbehouwen vader van het wild-west gezin, in wiens ruwe bolster een warm, gevoelig hart klopt; zijn vrouw, met een onknakbaar vertrouwen in de wereld in het algemeen en haar echtgenoot in het bijzonder; hun grootste prestatie: een dochter, uitbundig naar karakter en vormen; hun grootste zorg: een zoon, die nergens voor wil deugen, maar die als de nood het hoogst is, de redding nabij zal brengen; hun huisvriend, die zich in alcoholische nevelen hullende, verlopen intellectueel, lang geleden een notabel geneesheer; de folklorische Indiaan, toegerust met een eenvoudige geest en een dubbele tong; de sheriff, die huis, haard, familie en gemoedsrust in de waagschaal heeft gesteld voor recht en rechtvaardigheid en die dat alles dan ook heeft verloren, al zal hij tenslotte naar verdienste worden beloond; en tenslotte het meisje dat van de zonde leeft, maar dat in het uur der beproeving haar ware inborst bloot zal leggen tegenover het aangezicht van het kwaad en dat een nieuw, eervol leven zal kunnen beginnen.

Zij allen maken deel uit van het populaire repertoire van onze dagelijkse mythologie. Ik hoef hen slechts te vragen om van het scherm af te stappen en aan mijn hand het toneel te betreden. En daar stonden ze dan: eindelijk van vlees en bloed, eindelijk in “levende lijve”.

Maar toen kwam voor mij de schok! waar was ik aan begonnen?

Want naar hun ingeboren natuur begonnen ze ogenblikkelijk hun eeuwige rollen te spelen: de woorden galmden luidkeels uit hun mond, wijdbeens bonkten ze over de planken, woedend omdat ze waren opgesloten op een paar vierkante meters toneelvloer. Waar bleven de wilde ritten op hun stampende viervoeters over de eindeloze pampa, waar was de verre horizon, die zich rood kleurde door de gloed van de brandende ranches, waar warrelde het stof over de meedogenloze strijd tossen Mohikanen en Mormonen, waar klonken de ontzettende kreten uit de lafhartig overvallen diligence, waar dreunde het hoefgetrappel van de strijdrossen, die hun kermende berijders als vliegen afschudden en jammerlijk meesleurden door de woeste kolkingen van de machtige Rio Grande?

Die avond heb ik geprobeerd hen uit te leggen dat ze nu toneelpersonages waren geworden. Dat ik hun hartstochten allerminst aan banden wilde leggen, maar dat zij die nu niet meer – hoe moest ik het zeggen – moesten verwoorden. Niemand van hen – behalve de dokter, maar die was dronken – begreep iets van woord “verwoorden”.

O, ik had het moeilijk.

Om de zaak voor hen en voor mij zo eenvoudig mogelijk te maken en verder geen aanstoot te geven heb ik me, zoals U ongetwijfeld op zult merken, gehouden aan de drie-eenheid van tijd, ruimte en plaats van het klassieke toneel.

Eén decor – tijd en actie heftig samengebald.

Zullen wij ons doel bereiken? zal het ons lukken om de western in een fles te stoppen? Ik kan er niet over oordelen.

Waar ik zeker van ben is, dat ik het erop kan wagen, zonder een overdreven beroep te doen op uw medeplichtigheid of op al te grote inspanning van uw fantasie.

Het doek gaat op in huis van de Rockefellers, armzalige kolonisten ergens in Kentucky.

Pas op ! Grijp de hand van wie naast u zit, weldra hoort u de schoten knallen.

René de Obaldia