Het 1ste speelseizoen van Toneelkring De Schalmei

Kinderen van ons volk

AntoonCoolen

Landelijk spel in 5 bedrijven
Regie : Hr. Ferdi Vandendael

Zondag 16, maandag 17 en zondag 23 december 1951

BOER VERBERNE Hr. Alb. Van de Walle
ZIJN VROUW Mej. Marthe Clement
 hun dochter; MARIE Mevr. Simonne Philipsen
de knecht; KLAUSEKE Hr. Arth. Philipsen
GODEFRIEDUS VAN DEN BREEMORTEL Hr. Louis Philipsen
GIEL SLEEGERS Hr. Jan Philipsen
PASTOOR VOGELS Hr. Ferdi Vandendael
de huishoudster van de pastoor; JANS Mej. Marie-Louise Van Bavel
DORUSKE TIMMER Hr. Jozef Stoffels
DE OUDE SLEEGERS Hr. Emiel Verhoeven
MEESTER VAN VELDHUIZEN Hr. Jan Coninx
een rijke boer; GRAAD DE BIJL Hr. Karel Van Bavel
een peelwerker; DRIEKUS DE BOOY Hr. Ferd. Boenders
1ste Toneelmeester Hr. Emiel Verhoeven
Spelopgever Hr. Louis Taymans
Elektrieker Hr. Jos Claessens
Hr.Walter Lapaige

Het landelijk spel “Kinderen van ons volk” door A.Coolen geschreven, is werkelijk een greep uit het dagelijks leven tot toneel verwerkt.

Coolen heeft zijn hoofdpersonages genomen uit de welstellende boerenstand en hen ten volle uitgebeeld met hun goede en slechte karaktertrekken. Zijn mensen zijn hard en goed, zwak en sterk, koppig en buigzaam. Kortom de auteur aarzelt niet de mens te tonen zoals hij is: niet goed, niet slecht, enkel zwakke mens met goede en slechte ogenblikken, maar tenslotte toch met open en gevoelig hart voor het leven en de evenmens als hij gehecht blijft aan het geloof in zijn eeuwige eindbestemming.

Het eerste bedrijf speelt in de boerenwoning van boer Verberne. Marie, hun dochter, een pronte meid, kan niet tot een beslissing komen wie zij zal trouwen; er zijn twee kandidaten. Uiteindelijk zal zij een keuze doen.

Het tweede bedrijf speelt in de hoeve van de jonggetrouwden. Marie en haar man zijn gelukkig, en toch… In het hart van de jonge boer kiemt geleidelijk de achterdocht, die grote ondeugd waaraan zo menig geluk ten onder gaat.

In het derde bedrijf is het volop zomer, maaitijd. Marie verwacht een kindje en hoopt wanneer zij dit aan haar man zal mededelen dat een nieuw en stevig geluk zal ontstaan. Marie zal de kans niet krijgen die dag haar schoon geheim aan haar man te verklappen. De jonge boer teert weg van achterdocht en wanneer hij op “die” zomernamiddag na het onweer onverwacht thuis komt zal het drama zijn hoogtepunt bereiken.

Het vierde en vijfde bedrijf, speelt acht jaar later in de pastorij van pastoor Vogels. Hij is de oude door levenservaring fijn besnaarde zielherder die de door leed gelouterde Marie en haar man opnieuw zin in het leven geeft. Hij is het die er zal in lukken het goede in zijn parochianen te doen overwinnen, wrok en koppigheid te bezweren. De pastoor zal O. L. Heer kunnen danken “met grote dankbaarheid.”