En waar de Ster bleef stille staan

F. Timmermans

Kerstlegende in 3 bedrijven
Regie: Ferdi Vandendael

Zondag 21, vrijdag 26 (2de kerstdag) en zondag 28 december 1952

 

palingvisser - PITJEVOGEL Hr. L. Philipsen
herder - SUSKEWIET Hr. F. Vandendael
bedelaar - SCHROBBERBEEK Hr. E. Verhoeven
waardin uit “Het zeemeerminneken” POLIEN PAP Mej. M. L. Van Bavel
MARIA Mej. Gh. Van Bavel
JOZEF Hr. J. Philipsen
KINDEKEN JEZUS Hr. H. Taymans
DUIVEL Jhr. J.Coninx
DUIVELIN Mevr. Simonne Philipsen
BURGEMEESTER Hr. A. Philipsen
KOSTER Hr. J. Stoffels
EERSTE BOER Hr. J. Stoffels
TWEEDE BOER Hr. F. Boenders
DERDE BOER Hr. J. Gilops
O. L. Vr. VAN ZEVEN SMARTEN Mej. Gh. Van Bavel
O. L. Vr. VAN ZOETE TROOST Mej. M. L. Van Bavel
O. L. Vr. VAN DE STILTE M. Clement
EEN VROUW Mevr. L. Taymans
ACCORDIONIST Hr. J. Mintjes
Algemene Leiding en decorontwerp Hr. F. Vandendael
Toneelmeester Hr. E. Verhoeven
Opgever Hr. L. Taymans
Muzikale leiding en koor Hr. D. Stijnen
Elektrieker Hr. J. Claessens
Grimeur Hr. Vermaelen

 

Pitjevogel, Suskewiet en Schrobberbeek besluiten Drie Koningen te spelen om geld bijeen te krijgen voor het drinken van jenever in het “Zeemeerminneken”. De eerste kerstnacht halen ze veel rond, maar ze verliezen hun weg. Zij worden bang en beginnen te bidden. Een kermiswagen trekt voorbij. Naast een oude man zit in de foorwagen een jonge vrouw met een kindje op haar schoot. Die mensen zijn zo arm dat onze vrienden alles geven wat zij van de boeren kregen.

Wanneer Pitjevogel en Schrobberbeek het volgend jaar Suskewiet gaan halen om terug Drie Koningen te spelen, weigert hij omdat zijn vrienden er niet aan denken het rondgehaalde weg te geven aan de armen. Zij proberen het met hun beidjes, maar krijgen bijna niets. Terwijl Suskewiet langzaam sterft in zijn schapenstal, maakt Pitjevogel zich zo kwaad dat hij zijn ziel aan de duivel verkoopt.

Als het andermaal kerstnacht wordt vindt Pitjevogel de kracht om tegen de duivel in opstand te komen en sterft aan de voeten van O. L. Vrouw van zeven Smarten. In die vreemde nacht zal ook aan Schrobberbeek zich het wonder der goddelijke genade voltrekken.